Steenstorten wordt meestal gedaan om bescherming te bieden aan constructies die zich onderwater bevinden. Dit zijn veelal pijpleidingen of kabels. De onderwaterbodem kan ook worden verstevigd en geëgaliseerd met een laag stortsteen om vervolgens constructies er op te plaatsen zoals boorplatformen. Zo worden wegzakkingen van bijvoorbeeld platformen tegengegaan. Steenstorten door middel van valpijpschepen is mogelijk tot dieptes van ongeveer 1000 meter.
Vanaf het valpijpschip wordt de flexibele valpijp neergelaten via een opening in de bodem van het schip. Aan het uiteinde van de valpijp bevindt zich een onderwaterrobot. Dit op afstand bestuurbare voertuig kan exact gepositioneerd worden met behulp van schroeven, camera's, lichten, versnellingsmeters en sonar.
Het valpijpschip wordt met behulp van dynamische positionering exact boven de werkplek gebracht en gehouden. De valpijp wordt neergelaten totdat de ROV zich enkele meters boven de zeebodem bevindt. De opgeslagen stenen in het ruim worden dan op een transportband geplaatst naar de voederbak. Vervolgens worden ze op een tweede lopende band, de "voeder" geplaatst die ze te transporteert tot in de valpijp. Er wordt nauwkeurig bepaald hoeveel steen er wordt gelost in de valpijp.
Om met steenstorten te beginnen opent men met de onderwaterrobot het eind van de valpijp. De robot beschikt over een verdeler om te vermijden dat de stenen zich ophopen op de bodem van de zee. Van op de brug van het schip wordt de positie van de volledige valpijp, samen met de robot nauwkeurig gevolgd. Indien het valpijpschip een zeer precieze route van bijvoorbeeld een pijpleiding of kabel moet volgen, maakt het gebruik van dynamic tracking.