Het schip wordt gevuld met nat zand. Het natte zand, geladen in zout water, wordt vooraf aan de reis, gespoeld met zoet water. Beter voor de hechting met cement en beter voor een tuin. De schipper zorgt voor een maximale vulling van zijn schip. Tijdens de vulling wordt het overtollige water uitgelaten via aangebrachte overlopen. Hierdoor loopt overtollig water via het gangboord terug naar het oppervlaktewater en blijft niet in het schip. Nadat het zand ingezakt is wordt het overtollige water en het spoelwater door een buis afgevoerd. Hierdoor zorgt de schipper er voor dat het schip weer op zijn ijken ligt en kan gaan varen naar zijn bestemming. De Beunen zorgen voor drijfvermogen tijdens vullen en spoelen van het zware zand.
Beunschepen vervoeren veelal zand en verontreinigde bagger. Deze schepen hebben een relatief klein ruim, maar omdat de lading die deze schepen vervoeren zwaar is kunnen deze schepen toch volledig afladen. Het zand dat door de zandzuiger in het schip wordt gepompt komt samen met water in het ruim. Dit water wordt door pompen via drainage leidingen, die zich in een goot onder in het ruim bevinden, afgevoerd.