De arbeidsvoorwaarden cao Waterbouw heeft een looptijd van een jaar: van 1 april 2019 tot en met 31 maart 2020.
- De cao-lonen zullen gedurende de looptijd 3,5% structureel stijgen, waarvan 2,25% per 1 april 2019 en 1,25% per 1 januari 2020;
- Partijen zijn overeengekomen dat de tarieven voor vergoedingen zoals genoemd in de artikelen 17, 26, 27 en 29 per 1 april 2019 worden verhoogd met 2,25% en per 1 januari 2020 met 1,25%.
De ongewijzigde bedrijfstak eigenregelingen (BTER) cao Waterbouw heeft voor het O&O-fonds Waterbouw een looptijd van een jaar: van 1 april 2019 tot en met 31 maart 2020.
Partijen voeren nu verder geen inhoudelijke wijzigingen door in de cao’s omdat zij in afwachting zijn van de resultaten van de werkzaamheden van de paritaire werkgroep. Deze werkgroep is bezig is met de uitwerking van de protocolafspraken die vorig jaar zijn gemaakt om te komen tot een persoonlijk opleidings- en ontwikkelingsbudget en ouderenbeleid, ingebed in een integraal duurzaam inzetbaarheidsbeleid voor de sector. De werkgroep werkt eensgezind en vol enthousiasme aan deze onderwerpen en boekt daarin goede voortgang, maar is nog niet zover dat een integraal plan gepresenteerd kan worden. In dit kader vindt momenteel ook onderzoek plaats naar werkroosters in de cao. Partijen hebben de paritaire ambitie en doelstellingen van deze protocolafspraken stevig herbevestigd.
De waterbouwbranche omvat de activiteiten van bedrijven die werkzaam zijn in baggeren, kust- en oeverwerken, nat zand vervoer en nautische dienstverlening. Onder de werkingssfeer van de collectieve arbeidsovereenkomsten voor arbeidsvoorwaarden respectievelijk bedrijfstakeigen regelingen vallen ruim 2500 werknemers, indien zij in Nederland werkzaam zijn.
Voor meer informatie: Volg de link voor het volledige onderhandelingsresultaat van de arbeidsvoorwaarden cao Waterbouw en de BTER cao Waterbouw.