In artikel 46 van de cao Waterbouw wordt uitgelegd op welke manier in onze sector wordt omgegaan met situatie waarin niet kan worden gewerkt vanwege de vorst, de directe gevolgen van de vorst of door de aanwezigheid van een sneeuwdek. De werkgever kan gebruik maken van WW bij onwerkbaar weer : https://www.uwv.nl/werkgevers/...
Over elke volle dag waarop vanwege deze omstandigheden niet kan worden gewerkt, verstrekt de werkgever een voorschot op de van het UWV te verkrijgen uitkering, plus een aanvulling op de aan de werknemer toegekende werkloosheidsuitkering.
Deze aanvulling is minimaal 3/10e deel van het voor die werknemer geldende gemiddelde basisweekloon en dienstentoeslag, dat de werknemer gedurende de 13 weken voorafgaand aan het vorstverlet heeft ontvangen, indien de werkloosheidsuitkering minder bedraagt dan dat minimale niveau.
Het door de werkgever eventueel teveel betaalde aan voorschot , kan achteraf door de werkgever worden verrekend. Indien en voor zover het UWV tijdens de werkloosheid wegens vorst geen pensioenpremie betaalt voor het bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw, zal de werkgever een premie aan het bedrijfstakpensioenfonds betalen gelijk aan de tijdens de wachtgelduitkering vastgestelde premie.
De werknemer machtigt de werkgever om de werkloosheidsuitkering voor hem te ontvangen. Doet de werknemer dit niet, dan vervalt de aanvullingsverplichting voor de werkgever. De werkgever moet de werkloosheidsuitkering inclusief eventuele werkgeversaanvulling zo spoedig mogelijk te betalen.